Van Maanen richt zich op verdere optimalisatie

Dit artikel verscheen op 8 september 2020 op boerderij.nl

Op het erf van de familie Van Maanen zitten eigenlijk twee bedrijven: het vleeskuikenbedrijf en een Landwinkel. Waar ouders Wijnand en Ingrid het roer omgooiden en overstapten van zeugen en opfokhennen naar vleeskuikens, bouwt dochter Willemieke gestaag aan de winkel. Naast de familiebanden is de gemene deler: ondernemerschap.

Op een vroege donderdagochtend is het nog rustig op het erf van vleeskuikenbedrijf Van Maanen, gevestigd in het Utrechtse dorp Groenekan, onder de rook van de stad Utrecht. Maar dat is de afgelopen maanden vaak anders geweest, zo vertelt Willemieke van Maanen. “Soms staat hier een rij van 20 meter”, gebaart ze naar het afgescheiden deel van het erf voor één van de vleeskuikenstallen dat dient als parkeerterrein voor de honderden bezoekers per week. Willemieke van Maanen runt op het bedrijf van haar ouders Wijnand en Ingrid van Maanen, in wat eerder een oude machineberging was voor in de stal, een Landwinkel: Landwinkel de Groenekan.

De corona-epidemie heeft de verkoop een extra boost gegeven. “Soms stonden mensen wel een uur in de rij”, zegt ze, zelf met enige verbazing. “Je merkt dat mensen een lokaal product willen. De helft vraagt ook wat precies ons eigen product is, omdat ze dat dan willen meenemen.”

Wijnand (58) en Willemieke (28) van Maanen. Wijnand en zijn vrouw Ingrid van Maanen hebben een vleeskuikenbedrijf met 72.000 vleeskuikens (verdeeld over drie stallen) volgens het Nieuwe Standaard Kip-concept. Dochter Willemieke runt een Landwinkel op het bedrijf, in de voorruimte van één van de vleeskuikenstallen. Landwinkel is een coöperatie van 95 boeren, die door het hele land streekproducten van de boerderij verkopen. Iedere ronde komt een deel van het vlees van de eigen kuikens van het bedrijf terug uit de slachterij, en wordt dit op het eigen bedrijf verpakt en van daaruit verkocht.

Eigenlijk zitten er daarmee twee bedrijven op het erf. De twee takken, Landwinkel en vleeskuikenbedrijf, zijn vrij strikt gescheiden bedrijfstakken. Waar het vleeskuikenbedrijf van Wijnand en Ingrid is, is de Landwinkel van Willemieke. Tegelijk springt Willemieke wel bij op het bedrijf nu haar ouders net even er tussenuit zijn geweest. En andersom is het vleeskuikenbedrijf belangrijk voor de Landwinkel. “Het versterkt elkaar wel”, constateert Wijnand van Maanen. In de Landwinkel zit een kijkraam, waardoor geïnteresseerde klanten kunnen zien hoe vleeskuikens gehouden worden. “Sommige mensen komen binnen en zeggen: ‘eerst even kijken of mijn kuikens gegroeid zijn hoor’”, vertelt Willemieke.  Mensen komen ook voor de beleving.”

Verkoop van eigen kip

In de winkel verkoopt ze honderden producten, afkomstig van boerderijen uit heel Nederland. Een belangrijk onderdeel van het assortiment: een vriezer vol product van eigen kip. Op het bedrijf houden Wijnand en Ingrid van Maanen 72.000 vleeskuikens volgens het Nieuwe Standaard Kip-concept. Het pluimveebedrijf is het niet over rozen gegaan. Zes jaar geleden hielden ze nog zeugen en fokten ze jonge hennen op. In 2014 stortte echter de eiermarkt in en daarmee ook de opfok. “We hadden zeven maanden leegstand in 2014”, blikt Wijnand terug. “Daar knap je niet van op.” 

Verbouw opfokstallen

Toen vanuit Storteboom en de Heus werd gevraagd of ze geen traaggroeiende vleeskuikens wilden opzetten, besloten ze dat te doen. Eerst tijdelijk, maar al snel werd dat definitief. Eerst bouwden ze de opfokstallen om – de roosters en net geïnstalleerde mestbanden eruit – en vervolgens ook de zeugenstal. Geen typische vleeskuikenstallen qua afmetingen (waar de wanden van de voormalige opfokstallen 3 meter hoog zijn, is de oude zeugenstal 32 meter breed), maar qua klimaat heeft dit nooit problemen gegeven.

Financieel resteert nog steeds ‘een erfenis’ van de slechte jaren.

“Er is ons er daarom alles aan gelegen om te optimaliseren”, aldus Wijnand. Waar ze het eerste jaar met kuikens goed draaiden, volgde daarna een dip. Bij onderzoek bleken kiemgetallen in het drinkwater extreem hoog. Eén van de dingen die hij daarom heeft gedaan, is de aanschaf van een waterdesinfectiemachine van Watter. Geen kleine investering, maar één waar hij zeer tevreden over is. Waar hij eerst nog wel eens last had van verstopte nippels, is dat na acht weken gebruik van de machine niet één keer meer gebeurd.

Marek-infectie

Van Maanen: “Ik heb nu glashelder water. Een half jaar geleden hebben we monsters genomen: het water is volledig kiemvrij.” Daarnaast hebben ze – achteraf gezien – een jaar lang geworsteld met een Marek-infectie op het bedrijf. Omdat Marek zeldzaam is bij vleeskuikens, en ze ook nog in een zeer pluimveearm gebied zitten, duurde het lang voordat de oorzaak van de problemen boven water kwam. In de laatste weken van de ronde wilden de kuikens niet lekker doorgroeien. Nu laat Van Maanen de kuikens standaard voor Marek enten. Verder wisselde hij van voer: naar een totaalvoeder van De Heus waar tarwe standaard in is gemengd. Al met al heeft het optimaliseren op verschillende terreinen de laatste rondes qua resultaten effect gesorteerd. Bovendien kwam juist afgelopen week de jaarlijkse antibioticarapportage binnen: het hele voorgaande jaar heeft hij geen antibiotica hoeven inzetten.

Het is een heel andere tak van sport

Al met al is hij blij met de overstap naar vleeskuikens, hoewel het in het begin best wennen was. Van Maanen: “Het is een heel andere tak van sport. Bij opfok heb je bijvoorbeeld bij een entreactie tijd voor herstel. Hier telt elke dag, daar haal je je  winst uit. Als in de opfok een hen gezond is, maar wat lichter, is dat geen probleem. Als je nu een paar dagen mist, haal je dat niet meer in. Alles moet kloppen.”


Wijnand van Maanen vult de waterdesinfectiemachine met zouttabletten, die omgezet worden in een 'nontox'-middel dat reageert met vervuiling.

Weinig promotie
Dat oog voor detail is ook terug te zien in de winkel op het bedrijf. Van het feit dat dit ooit een machineberging was, is weinig te zien. Modern donkergroen geschilde muren, witte kasten, robuuste houten planken en accessoires; alles ingericht en neergezet met oog voor detail. De meeste klanten vinden hun weg naar de winkel inmiddels vanzelf, vertelt Willemieke, aan promotie doet ze weinig. Wat ze wel veel doet: uitleggen aan mensen wat ze op het bedrijf precies doen. Met een locatie in De Bilt zitten ze in een stedelijke regio. “Mensen hebben vaak vooroordelen over de pluimveehouderij”, zegt Willemieke. Ook Wijnand merkte afgelopen jaar, toen ze meededen aan de landelijke open dagen georganiseerd door stichting Kip.Kiplekker dat hij soms moest praten als Brugman, omdat mensen een bepaald beeld in hun hoofd hadden. “Soms lijkt het dweilen met de kraan open, je verhaal vertellen”, aldus Willemieke. “Maar tegelijk zijn er ook veel geïnteresseerde mensen. Elk product in onze winkel heeft een verhaal. En anderen vertellen ook ons verhaal. Onze kipproducten liggen in tientallen andere (Land)winkels en restaurants.”

Auteur: Kirsten Graumans

Foto's: Herbert Wiggerman