Ruim twee decennia geleden besloot Gerard den Boer dat het tijd was voor iets nieuws. Na twintig jaar in de gewasbescherming wilde hij het roer omgooien. “Ik had veehouderij gestudeerd en via uitzendwerk veel veehouderijen van binnen gezien, en het bleef kriebelen: voor een baas werken bleek niet voor mij, ik wilde gewoon mijn eigen bedrijf.”
In 2003 kocht hij een bestaand bedrijf met een eenvoudige stal in Emmeloord. Zijn oorspronkelijke plan was om eenden te houden. Een nichemarkt met potentie. “Maar toen gooide de vogelgriep roet in het eten en moest ik maanden wachten op de eenden. En ja, de hypotheek wacht niet.”
Omdat legkippen op dat moment wél een optie waren, besloot Gerard daarmee te starten. “Uiteindelijk maakte het mij ook niet zoveel uit, maar achteraf ben ik er heel blij mee. Ik ben begonnen met 5000 hennen. Ik moest eerst maar eens zorgen dat het bedrijf kon draaien.”
Inmiddels telt het bedrijf 46.000 legkippen met zowel scharrel- als vrije uitloop kippen. Zijn zoon helpt ook mee in het bedrijf. Geen snelle groei, maar een gestage opbouw. “Je leert door te doen,” zegt Den Boer. Hij gaat verder: “Tijdens het uitzendwerk dat ik in mijn jonge jaren heb gedaan, heb ik goed opgelet waarom de ene boer wel geld verdiende en de andere niet. Mijn conclusie? De boeren die overal bovenop zaten, deden het vaak goed. De boeren die wat makkelijker waren, draaiden vaak minder.”
Die drang naar controle maakte dat hij zich vastbeet in de drinkwatervoorziening. De pluimveehouder legt uit: “Ik heb goed gedraaid op slecht water, en ook weleens slecht gedraaid op goed water. Maar we weten allemaal dat je niet langdurig goed kan draaien op slecht water. Daarbij vind ik: wat je kunt controleren, moet je ook controleren.”
Grote problemen qua diergezondheid had hij nog niet, maar de watermonsters waren regelmatig niet in orde — ondanks het gebruik van waterstofperoxide. “Dan denk je: ik doe alles zoals het hoort, en tóch is het niet goed genoeg. Dat is frustrerend.”
Toen Gerard een advertentie van het Watter-systeem zag, raakte hij geïnteresseerd. “Die eenvoud sprak me aan: water, zout en stroom en geen schadelijke chemie.” Het verhaal van pluimveehouder Wilco Atsma gaf hem het laatste duwtje. “Als het bij hem werkt, moet het hier toch ook werken?”
Wat hem overtuigde, was de mogelijkheid om het systeem eerst op proef te gebruiken. “Dat vond ik echt sterk. Want als het niet werkt, ben je als leverancier én je klant kwijt, én je draait op voor de kosten. Dan laat je zien dat je achter je product staat.”
Tijdens de proefperiode werden watermonsters genomen. Die toonden een duidelijke en constante verbetering in microbiologische waterkwaliteit aan. “Toen hoefde ik niet lang meer na te denken: het water is nog nooit zo schoon geweest.”
Voor installatie |
Na installatie |
|||
Drinkpunt |
Voor |
Achter |
Voor |
Achter |
kve/ml |
9000 |
8000 |
<100 kve/ml |
<100 kve/ml |
coli |
0 |
0 |
0 |
0 |
Gisten en schimmels |
0 |
200 |
0 |
0 |
Sinds de installatie draait het systeem geruisloos mee op de achtergrond. “Je merkt het vooral doordat je géén gedoe meer hebt op gebied van water. Geen wisselende wateruitslagen, geen zorgen. Het is stabiel goed. En dat is wat je wilt als pluimveehouder.” De uitval is ook lager, maar dat is natuurlijk van meerdere factoren afhankelijk, al durft de pluimveehouder wel te stellen dat microbiologische waterkwaliteit daar zeker een rol in speelt.
Wat begon als een praktische keuze is uitgegroeid tot een goed lopend pluimveebedrijf. “Ik hou niet van gouden verhalen,” zegt Gerard. “Maar Watter maakt de vooraf geschepte verwachtingen waar en dat is precies waar ik het systeem voor gekocht heb.”
Geïnteresseerd in een proefperiode?